Voor de drie in het Hoogspoor-project gelegen spoorweg-viaducten over respectievelijk de Orthenseweg, de Rompertsebaan en de Bruistensingel de volgende namen vast te stellen: Orthen-viaduct, Rompert-viaduct en Bruisten-viaduct. |
Met veel gezang, muziek en geknal is het nieuwe Bossche station vorige week officieel geopend. En de stad heeft er weer een fontein bij. In november 1868 was de stad voor het eerst met de trein (vanuit de richting Boxtel) bereikbaar. Ruim twintig jaar had men over dit nieuwe vervoersmiddel gediscussieerd en ook over de te volgen route. En Den Bosch zou een centrum voor spoorverbindingen worden. Want niet alleen uit de richting Eindhoven, ook vanuit Utrecht (september 1870), Tilburg (juni 1881) en Nijmegen (juni 1881) stoomden de stoomlocomotieven richting Hertogstad. De Brabantse hoofdstad zou bovendien vanaf oktober 1890 een spoorlijn naar de Lage Zwaluwe krijgen, het halve-zolen-lijntje. Deze laatste lijn is al tientallen jaren buiten gebruik gesteld. De negentiende eeuwse spoorlijnen lagen een eind buiten de stad. Maar Den Bosch breidde zich uit. In eerste instantie tot aan het spoor (de wijken Het Zand, De Muntel en De Vliert), vervolgens werd er ook achter het spoor gebouwd. De spoorwegovergangen bleken hinderlijk, zeker toen het auto- en fietsverkeer meer en meer toenam. Tunnels leken de oplossing. Er kwamen tunnels ('de onderdoorgang') bij de Vlijmenseweg, onder het station en bij de Veemarktkade. In de jaren zeventig kwam men met het idee om niet meer de auto's, fietsers en voetgangers naar beneden te laten rijden, maar om het gehele spoor op te hogen: hoogspoor. Er volgden besprekingen tussen de NS en de gemeente en in 1974 werd de beslissing genomen; in 1975 startte men met de werkzaamheden. Vooral de drukke spoorwegovergang bij de Orthenseweg, bij het café De Kup, was een flink obstakel. Als de bomen gesloten werden stonden al spoedig aan beide zijden lange rijen auto's te wachten tot de trein gepasseerd was. De spoorlijn zou meters opgehoogd en de bocht in de lijn zou eruitgehaald worden. Ondermeer betekende dit dat café de Kup moest verdwijnen (naar de Citadellaan); de vijf erachter gelegen barakken waren enkele jaren tevoren reeds door W&R verlaten, maar de daar weer achter gelegen sportvelden moesten weg. Volkstuinvereniging Pastoor Barten moest verhuizen naar De Herven. Sedertdien kan het vervoer op de openbare weg ongehinderd door de vele passerende treinen vanuit het stadscentrum naar de nieuwe wijken - tot aan de Maas - rijden. Er bevinden zich drie doorgangen onder het hoogspoor: bij de Orthenseweg, de Rompertsebaan en de Bruistensingel. De laatste honderddertig jaar is het spoorverkeer enorm toegenomen. De stoomlocomotieven zijn vervangen door electrische treinen en dubbeldekkers zorgen ervoor dat er méér passagiers in één trein kunnen plaatsnemen. En vanaf aanstaande zondag zal de dienstregeling weer veranderen, als 'het nieuwe spoorboekje' in werking treedt. |